top of page
Meester Michaël
Meester Michaël
AAL INFO
T

Hieronder zal je allerlei extra informatie vinden over de vakken taal en spelling.

Deze informatie kan belangrijk zijn voor jouw kind zelf, maar eveneens voor jou als ouder om iets sneller te kunnen begrijpen en het zo beter uit te leggen indien nodig.

bestanden

DROPBOX

Onthoudwoorden, wat zijn dat nu?

Wanneer we in het vak spelling een nieuw thema beginnen, dan krijg je een blaadje mee met de 'onthoudwoorden' op. (voorkant een prentje, achterkant het woord zelf)
Deze knip je eerst netjes uit en steek je in je doosje. ('onthouddoosje')

Dit zijn woordjes die je eigenlijk heel het jaar door moet kennen, liefst ook nog lang daarna:-) 

Het aantal woorden is afhankelijk van thema tot thema.

Deze 'onthoudwoordjes' worden verplicht geoefend wanneer het opgegeven is als huiswerk in de agenda. In de agenda zal meestal staan hoeveel maal ze geschreven moeten worden. Wanneer je er meer schrijft dan gevraagd, kunnen er punten worden verdiend. Uiteraard mogen deze ook vrijwillig worden geoefend.

(Zeker wanneer u weet dat uw kind dit moeilijk onthoudt of het vorige dictee wat minder was)

 

Er is dus geen enkele verplichting, maar ik raad het wel aan.

Toch raad ik aan de onthoudwoorden wel af en toe te oefenen, bijvoorbeeld tijdens vakanties of verlengde weekends. In de onthoudwoorden zit altijd een moeilijkheid dat onthouden moet worden. Automatisering is de beste manier om deze woorden hiervoor te onthouden.

Klinkers en medeklinkers

Even een korte uitleg voor sommige ouders en kinderen over leerstof van spelling.

 

Sinds enkele weken zijn we bezig met het maken van verschillende woorden aan de hand van 'codes'.

Deze codes bestaan enkel uit de letters M en K.

Aan de hand van deze 2 letters kunnen eigenlijk alle woorden gemaakt worden.

 

De K staat voor: Klinkers: 

Dit zijn zowel de lange als de korte klinkers, bijvoorbeeld: a, aa, e, ee, u, uu, ...

Maar ook: oe, ui, au, ou en eu,... worden gezien als klinkers

 

De M staat voor: Medeklinkers:

Bijvoorbeeld: b, c, d, f, g, h, ...

 

Moeten jullie die dan allemaal vanbuiten kennen?

Ja en neen.

Het handigste is dat ze gewoon de klinkers leren, voornamelijk dan 'a, e, i, o, u' (Ook zo aangeleerd tijdens de lessen) Wanneer ze de korte klinkers kennen kunnen ze makkelijker de lange klinkers er mee aan koppelen.

a = aa

e = ee

u = uu

o = oo

i = ie

De andere klinkers zoals: oe, eu, au, ou, ei, ij,... (tweeklanken) moeten worden 'onthouden' (niet vanbuiten natuurlijk)

 

De medeklinkers zijn er veel meer, vandaar onthouden we vooral de klinkers omdat daar meer logica achter zit.

 

Zoals ik reeds zei maken we met deze M & K's allerlei woorden die bestaan. (geen nonsenswoorden)

Elk woord dat ze kennen kan dus vertaald worden in zulke codes.

Natuurlijk hebben we nog maar enkele codes gezien, aangepast aan het leesniveau voor het 2e leerjaar. De ene code leent er zich natuurlijk makkelijker toe om codes te maken dan de andere.

Bijvoorbeeld:

 

MKM: pop

MMKM: gras

MKMM: berg

MMK: twee

KMM: erg

MMMKM: spreek

MKMMM: (hij) durft

 

Dit zijn de meest geziene codes tot nu toe.

(voorlopig enkel MKM, MMKM, MKMM op 11 september 2017)

 

Wat wordt dus verwacht?

Dat ze beseffen dat deze codes gemaakt worden door het aan elkaar zetten van letters, ofwel M ofwel K. Ook dat het niet gelijk is welke letter je waar zet, aangezien de woorden moeten bestaan.

Ze moeten dus aan de hand van deze codes zelf woorden kunnen vinden en ook vice versa, woorden kunnen vertalen in een bepaalde code.


Komen hier regelmatig toetsen over?

 

Neen, dat is niet echt de bedoeling. Het is natuurlijk wel de bedoeling dat ze de theorie hierboven beschreven snappen aangezien we hier actief aan werken tijdens de spellings-lessen. De toets onlangs was om even te zien wie dit snapte en wie niet. Tijdens de lessen komen hier regelmatig oefeningen op. Ook krijgen ze hierover af en toe een huiswerkje over zoals u misschien reeds gemerkt hebt.


 

SPELLINGSREGELS:

Nooit meer dan 2 (letters) schrijven wanneer we de klanken
 -NK of -NG horen.

Bijvoorbeeld: gang, lang, zang, vang, bank, drank, klank, ...

Tweeklanken, ze veranderen NOOIT!

We schrijven de tweeklanken altijd zoals we ze aangeleerd hebben: ei, ij, ou, au, aai, ooi, oei, eeuw, ieuw, ...

Verlengingsregel

Wanneer we aan het eind van een woord een d/t horen, twijfelen we vaak hoe we het schrijven:

Woord staat vaak in het enkelvoud (bv. brood)

Vervolgens verlengen we het woord door de verlengingsregel, dat wilt zeggen dat we het woord in het meervoud zetten: Bijvoorbeeld: BroDen.

We horen een duidelijke D wanneer we het verlengen, we schrijven brood dus met een D.

Samenstellingen

Wanneer een woord is samengesteld bestaat het uit 2 verschillende woorden.

Deze woorden hebben apart een betekenis en kunnen wanneer ze zijn samengesteld eenzelfde of een nieuwe betekenis hebben.

Bij een samenstelling plakken we dus 2 woorden aan elkaar en vormen dus een nieuw en ook langer woord.

Bijvoorbeeld: Fris + drank = frisdrank

Katten

  • Ik hoor een korte klinker in het woord, namelijk de 'a' (korte klinkers zijn: a, e, i, o, u) 

  • Daarna gaan we luisteren naar het woord en denken we na over hoeveel medeklinkers we HOREN wanneer we het woord 'katten' uitspreken. We horen slechts 1 medeklinker (de 't') 

  • Aangezien we maar 1 medeklinker horen, schrijven we de medeklinker dubbel, zodus 'katten' 

  • Ook voor woorden naar analogie: vissen, mannen, mussen, tussen, .. 

Honden:

  • Ik hoor een korte klinker in het woord, namelijk de 'o' 

  • Daarna gaan we luisteren naar het woord en denken we na over hoeveel medeklinkers we HOREN wanneer we het woord 'honden' uitspreken. We horen ditmaal 2 medeklinkers, namelijk de 'n' en de 'd'. 

  • Aangezien we 2 medeklinkers horen na de korte klinker, verdubbelen we niet! 

  • Ook voor woorden naar analogie: Kranten, heksen, denken,... 

Apen

  • Ik hoor een lange klinker in het woord, namelijk de 'aa' (de lange klinkers zijn: aa, ee, oo, uu) 

  • Daarna gaan we luisteren naar het woord en denken we na over hoeveel medeklinkers we HOREN na deze lange klinker wanneer we het woord 'apen' uitspreken. We horen slechts 1 medeklinker (de 'p') 

  • Aangezien we maar 1 medeklinker horen, schrijven we de lange klinker KORT

  • Ook voor woorden naar analogie: buren, geven, zware, keren, leren, halen, ...

Paarden

  • Ik hoor een lange klinker in het woord, namelijk de 'aa' 

  • Daarna gaan we luisteren naar het woord en denken we na over hoeveel medeklinkers we HOREN na deze lange klinker wanneer we het woord 'paarden' uitspreken. We horen ditmaal 2 medeklinkers, namelijk de 'r' en de 'd'. 

  • Aangezien we 2 medeklinkers horen na de lange klinker, schrijven we het woorden gewoon zoals we horen 

  • Ook voor woorden naar analogie: kaarten, schuurden, leerden, ...

Bloemen

  • Ik hoor een tweeklank: eeu, ieu, ij, ei, ou, au, ooi, aai, oei, eu, ui, ...

  • Wanneer ik het woord hiervan in meervoud wil zetten, dan schrijf ik gewoon het woord eerst in enkelvoud

  • Vervolgens voeg ik er gewoon -en aan toe.

  • Bijvoorbeeld = haai + en = haaien

  • Bijvoorbeeld = geit + en = geiten

  • ...

bladwijzer wandplaten katten honden apen
bottom of page