top of page
Meester Michaël
Meester Michaël

Hieronder zal je allerlei extra informatie vinden over het vak wiskunde.

Deze informatie kan belangrijk zijn voor jouw kind zelf, maar eveneens voor jou als ouder om iets sneller te kunnen begrijpen en het zo beter uit te leggen indien nodig.

bestanden

DROPBOX

Getallen tot 100 lezen

De kinderen weten normaal gezien van vorig jaar dat getallen kunnen bestaan uit zowel eenheden (E) als tientallen (T) 

De tientallen (T) staan altijd vooraan in een getal, de (E) komen op de tweede plaats.

Bijvoorbeeld:

 

T E 

   8 5    

=> Dit getal bestaat dus uit 8 tientallen en 5 eenheden.

 

Belangrijk: Bij het lezen van een getal lezen ze wel EERST de eenheden, gevolgd door het tiental. (dit zorgt voor de meeste foutjes)

vijfentachtig. Spreek het desnoods traag uit voor uw kind en laat het luisteren:
vijf EN tachtig
(Niet tegenstaande de tientallen eerst geschreven staan)

 

Vele leerlingen gaan mede hierdoor getallen omwisselen en 85 zien als 58.

Dit is de meest voorkomende fout in het begin.

Getallen tot 100 op de getallenas

Wanneer ze de getallen goed kunnen lezen, moeten ze de getallen kunnen ordenen en plaatsen op een getallenas. 

Belangrijk in deze getallenas zijn de tientallen.
Zij geven een belangrijke structuur aan op deze getallenas en vormen de basis.
Ze moeten goed beseffen dat ze steeds moeten zien over welk tiental het gaat. 

 

Wanneer ze bijvoorbeeld de volgende reeks krijgen:

 50   51   ...   ...   54 --->

Hierbij moeten ze beseffen dat de getallen in de vijftig zijn. De getallen die ze gaan moeten invullen gaan dus opeenvolgend zijn en telkens één meer zijn.
Er wordt hier ook niet lager dan 50 gegaan.

 

Ook moeten ze steeds kijken of de getallenreeks opbouwend is of afbouwend, meestal te zien door een pijl naar links of rechts, bijvoorbeeld:

<---- 96   95   ...   ...

Hier zullen ze dus moeten zien dat de getallenreeks afloopt

 

Nog wat moeilijker is wanneer er van tiental wordt gewisseld, bijvoorbeeld

...   ...   70   ...   ...

Hier zien we duidelijk dat er na én voor de 70 twee getallen worden gevraagd.

Na de 70 is geen probleem, dan tellen we verder.

Maar voor de 70, moeten de leerlingen beseffen dat ze van tiental gaan moeten wisselen en het tiental zullen moeten nemen VOOR 70, namelijk in de 60.
Uiteraard komt voor 70 het laatste getal in de reeks van 60, namelijk 69.

Getallen tot 100 op het honderdveld

De afbeelding hierboven geeft eigenlijk al zeer veel informatie weer.

 

Het honderdveld bestaat logischerwijs uit 100 vakjes, beginnende bij 1, eindigend bij 100.

 

Horizontaal zien we telkens één tiental staan. Er zijn dus tien tientallen in een honderdveld

 (want 10 x 10 is 100) De eenheden veranderen steeds horizontaal.

 

Verticaal zien we dat de tientallen steeds veranderen, maar de eenheden steeds hetzelfde blijven.

 

Zoals op het blad hierboven staat:

1 hokje naar rechts = + 1

1 hokje naar links = - 1

1 hokje naar onder = + 10

1 hokje naar boven - 10

 

Belangrijk hierbij is de laatste verticale kolom!

Hierop staan alle tientallen! 

Bij het zoeken van een getal op leeg honderdveld, moeten ze eerst kijken hoeveel tientallen er in het getal zitten, bijvoorbeeld 46. 

Hierin zitten 4 tientallen, dat wilt zeggen dat ze 4 hokjes in de laatste kolom naar beneden moeten gaan, tot ze aan 40 komen.

Daarna moeten ze weten dat er nog 6 eenheden bijkomen.

Hiervoor moeten ze een horizontaal rijtje naar ONDER gaan, NIET diezelfde rij waar de 40 in staat, en er 6 eenheden bijtellen.

 

Dit is de meest voorkomende fout, dat ze hetzelfde rijtje zullen gebruiken waar de 40 staat, en dus 46 zullen plaatsen waar eigenlijk 36 staat.

Bewerkingen tot 100

De eerste bewerkingen die we zagen afgelopen weken was:

-> tiental + en - tiental (ofwel T+T en T-T)

-> tiental + en - eenheden (ofwel T+E)

T + T of T - T gaat dus enkel en alleen over de zuivere tientallen. (10, 20, 30, ...)
Deze kunnen worden opgeteld bij elkaar of afgetrokken van elkaar.

Ik leg het uit met een voorbeeld:

60 + 30 = ?

60 bestaat uit 6 tientallen

30 bestaat uit 3 tientallen

Als we 6 + 3 tientallen doen dan hebben we 9 tientallen in totaal.

9 tientallen komt overeen met het getal 90.

Eigenlijk mag de 0 dus bij beide afgedekt worden en eerst 6 + 3 opgeteld worden.
Daarna mogen ze natuurlijk niet de 0 bij de uitkomst vergeten schrijven = 90

Bij bijvoorbeeld: 80 - 40 = ?

Dit voorbeeld loopt naar analogie van hierboven, maar uiteraard met -.

8 - 4 tientallen is gelijk aan 4 tientallen.

4 tientallen is gelijk aan 40.
Of dus 8 - 4 = 4 en daarna een 0 bij de uitkomst schrijven.

-------------------------------------------------

T + E

Ook dit leg ik uit aan de hand van een voorbeeld:

50 + 6 = ?

Ze denken aan het schema van hierboven 'hoe schrijf ik een getal?'

De tientallen worden steeds vooraan geschreven bij een getal.

T E

-----

5  6

We hebben 5 tientallen, de 5 schrijven we vooraan.

Er komen 6 eenheden bij, de eenheden schrijven we steeds op 2e plaats.

Ik lees 'zes EN vijftig'.

bottom of page